Wie met een zonnepaneel elektriciteit produceert, bespaart op het gebruik van fossiele brandstoffen zoals steenkool en aardgas. Daardoor komen er minder schadelijke stoffen vrij in de atmosfeer. Bovendien bespaar je op de elektriciteitsrekening.Een zonnepaneel, of beter gezegd PV-systeem, bestaat uit aan elkaar gekoppelde zonnecellen. Met een zonnecel wordt licht in elektriciteit omgezet. Panelen met zonnecellen leveren een gelijkspanning van 12 of 24 volt. Een PV- systeem bestaat uit zonnepanelen, omvormers (inverters), regelapparatuur, kabels en een draagconstructie. Een inverter zet de gelijkspanning uit een zonnepaneel om in 230 volt wisselspanning, zodat het gelijk te gebruiken is in huis
Net
De wisselspanning van netgekoppelde PV-systemen direct aan het elektriciteitsnet gekoppeld. Als je meer elektriciteit gebruikt dan het het PV-systeem levert, dan haal je je elektriciteit gewoon van het net. Wanneer je juist minder gebruikt dan het systeem levert, dan gaat de overtollige hoeveelheid juist het net op. Je elektriciteitsmeter (en rekening!) loopt dan terug.
Uiterlijk
De meeste zonnepanelen zijn zwart, bruin of blauw. Maar wanneer je een anti-reflectiecoating aanbrengt zijn meer kleuren mogelijk. Alleen is dat nadelig voor zowel opbrengst als kosten. Er zijn tegenwoordig ook (semi-)transparante cellen leverbaar.
Zonnepanelen zijn in veel maten verkrijgbaar. Panelen met de maten van 1,3 bij 0,7 meter met (oppervlak van bijna 1 m2) en een vermogen van ongeveer 100 Wattpiek zijn vrij standaard.
Plaatsing
Zonnepanelen zijn ideaal om op daken te plaatsen. Je moet bij plaatsing (check bij de gemeente of je een bouwvergunning nodig hebt) met het volgende rekening houden:
– De hellingshoek en locatie van een paneel bepalen voor een groot deel de opbrengst. Deze is optimaal wanneer het paneel een hellingshoek heeft van 36° en gericht is op het zuiden. Kleine afwijkingen zijn nauwelijks merkbaar. Wel is het mogelijk om zonnepanelen te plaatsen op een plat dak, maar dit is duurder.
– Schaduw beïnvloedt het rendement van de zonnepanelen negatief. Bovendien leidt het op in serie geschakelde panelen tot warmte- ophoping, waardoor de levensduur van de paneel afneemt.
– Als een zonnepaneel te warm wordt, loopt het rendement terug. Het paneel moet kunnen ventileren. Ook condens wordt dan afgevoerd.